Bonding

‘Zaterdag komt er een band optreden’, vertelt Mo. ‘Bend’ verbeter ik zijn uitspraak, waarna ik uitleg dat het een Engels woord is. Mijn kersverse taalmaatje is benieuwd of er een regel is voor wanneer je Engelse woorden gebruikt in het Nederlands. Hij kan de taal goed lezen en het viel hem op dat er veel Engels gebruikt wordt. Maar wat de regel erachter is? Ook ik heb geen idee!
Elk nadeel…
Wandelend in de groene buurttuin bespreken we het zelfstandig naamwoord ‘verband’ en de verschillende betekenissen en afgeleide woorden zoals ‘verbinden’. We hebben het over de feestelijke activiteiten en of we ernaartoe gaan. We weten het allebei nog niet maar Mo gaat die zaterdagavond wel naar de philharmonie! ‘Ik kan gratis iemand meenemen dus als jij wilt, dan neem ik jou een keer mee als mijn gast!’. Wat een mooi aanbod. ‘Waarom krijg jij gratis kaarten?’, vraag ik hem. ‘Omdat ik vluchteling ben.’ We kijken elkaar aan en spreken uit dat dit een klein voordeel is…
Engels
Eigenlijk zegt hij ‘small advantage’ en dat is prima in dit stadium van taalcoaching. 😉
Soms is het gewoon heel handig voor de communicatie om terug te vallen op een taal die we allebéi goed beheersen. En soms levert het ook misverstandjes op. Zo vraag ik Mo naar zijn motivatie om onze taal te leren waarop hij antwoordt: ‘Ik wil iets nuttigs doen met mijn life.’ Ik versta lijf en snap het even niet. Ons tweede samenzijn als taalmaatjes eindigt met een gesprek over het beheersen van een taal of van je lijf. Over onbeheersbare spierbewegingen in vergelijking met moeten dansen als je muziek hoort. En tot slot over relaxed en dus ontspannen het weekeinde ingaan!