Aangeslagen

Mo komt bij zijn werk in het koffietentje vandaan en heeft meteen een vraag: ‘Ik heb het geslaagd, klopt dat?’. Zijn vraag slaat terug op het aanslaan van de bestellingen in de kassa. ‘Aangeslagen is het’, verbeter ik. Mijn ambitieuze taalmaatje roept beschaamd uit: ‘O nee, ik heb het 2 keer gezegd!’. Hij is er nog net niet door aangeslagen. Als taalliefhebber sla ik nogal aan op dit woord….
‘Zullen we een stokje lopen?’, stelt Mo voor. Wat een charmante fout. Een stukje van onze wandeling praten we over het gebruik van de woorden stokje en stukje. Moeilijk om te onthouden misschien, suggereer ik. ‘Jullie gebruiken overal “houden” voor: hou vast, hou op…’ Dit was me nooit zo opgevallen maar inderdaad; tegenhouden, je taai houden, binnenhouden. Heerlijk, die frisse blik op onze taal.
Betrokken
We komen op werk en de toekomst. ‘Het werk is leuk, de mensen zijn lief en heel verbonden… nee, be-be…. ?’ Ik denk mee: ‘betrokken?’ en die is in de roos. ‘Ik moet iets anders doen met mijn leven’, vervolgt Mo, ‘maar solliciteren is lastig. Ze vragen ervaring en de taal is soms een probleem. Ik ben thuis in het land waar ik werk krijg. En waar de mensen geen hekel hebben aan vluchtelingen….’
Stuk
We eindigen op bank in de bieb waar we mijn kerstpakket van Buurts verdelen. Er zitten sokken in met een vosje erop. Deze vondst leidt tot grappen over en weer. ‘Ik ga stuk!’, roept Mo uit. Dit vind ik weer een adembenemend voorbeeld van Mo’s taalvaardigheid.